Chili

Chili is een smal maar zeer langgerekt land dat ingeklemd ligt tussen het Andesgebergte in het oosten en het kustgebergte en de Stille Oceaan in het westen. Daartussen liggen tal van valleien die hun naam lenen aan wijngebieden. Veel van die namen beginnen met het Spaanse Valle of eindigen met het Engelse Valley.

De condities voor wijnbouw zijn in Chili uitzonderlijk gunstig. Een sterk punt is het gezonde, droge klimaat met zijn vele zonlicht. Dit is niet alleen bevorderlijk voor de stofwisseling in de planten, het zorgt er ook voor dat plantenziekten nauwelijks voorkomen. Ook de beruchte phylloxera, de druifluis die in Europa bijna alle wijngaarden verwoestte, heeft hier nooit enige schade aangericht. Druivenplanten hoeven daarom niet geënt te worden op onderstokken. De droogte vormt geen enkel probleem, aangezien er smeltwater uit de Andes in overvloed is om irrigatie toe te passen.

De Chileense wijngebieden liggen verspreid over honderden kilometers. De eerste die ontwikkeld werden liggen in het midden van het land, ten zuiden van de hoofdstad Santiago. Recentelijk zijn ook gebieden verder naar het zuiden en noorden ontdekt. In het diepe zuiden is dat Bio-Bio, ten noordwesten en noorden van Santiago zijn dat Casablanca en Aconcagua. Hoewel het in die twee laatstgenoemde gebieden theoretisch wat warmer zou moeten zijn, is dat niet het geval. Mist van de Stille Oceaan zorgt namelijk voor de gewenste afkoeling.